"Het
huwelijksverbond, waardoor man en vrouw met elkaar een het algehele
leven omvattende gemeenschap vormen die uit haar natuurlijke aard gericht is op het
welzijn van de echtgenoten en op het voortbrengen en opvoeden van
kinderen, is door Christus onze Heer tussen gedoopten verheven tot de
waardigheid van sacrament. De wezenlijke eigenschappen van het huwelijk
zijn de eenheid en de onontbindbaarheid, die in het christelijk huwelijk
om reden van het sacrament een bijzondere bekrachtiging vinden".
(Kerkelijk wetboek, canon 1055)
Op
deze pagina:
|
 |
Inleiding
Als
een aanstaand bruidspaar bij de pastoor of de diaken die bij hun huwelijk
gaat assisteren komt praten, wordt er altijd een formulier ingevuld. Er
wordt gevraagd naar de namen, de plaats waar zij wonen, of ze katholiek
zijn of niet en allerlei andere praktische vragen.
Veel
belangrijker is wat er op het derde blad van de zogenaamde ‘verklaring
voor de kerkelijke huwelijkssluiting’ staat. Het is niet verkeerd om
je daar via deze internetpagina wat op voor te bereiden, of – als je de
invulronde al achter de rug hebt – alles nog eens goed na te lezen.
Een
huwelijk heeft ook iets van een contract. Je gaat plechtig met elkaar een
band aan die door God wordt bevestigd en als je bij de priester of diaken
met het eerder genoemde formulier aan de slag gaat, wordt dat ook formeel
ondertekend. Je zet je handtekening onder de verklaring met de volgende
tekst:
“Bij deze verklaren wij
een huwelijk te willen sluiten voor de Katholieke Kerk en beloven wij
door het wederzijdse 'ja'-woord elkaar als goede
echtgenoten blijvend trouw te zijn en als goede ouders de kinderen, die ons worden
toevertrouwd, op te voeden in de geest van het Evangelie.”
Dat
is nogal wat. Verder staat er dezelfde definitie uit het Kerkelijk Wetboek
als waar deze pagina mee begint. Is het allemaal meteen duidelijk? Of is
het belangrijk de kleine lettertjes goed te lezen en te weten wat je
ondertekent...?
Niet iedereen kan zomaar
trouwen in de katholieke Kerk. De pastoor moet eerst onderzoeken of de
aanstaande bruid en bruidegom niets in de weg staat.
Een eerste vraag is: “Was u
reeds eerder kerkelijk en/of burgerlijk gehuwd ?”
Je
kunt alleen vrij trouwen als je niet al getrouwd bent. Dat is natuurlijk
heel logisch; je kunt maar met één iemand tegelijk getrouwd zijn, ook
voor de Nederlandse wet. Maar… als één van beiden al getrouwd geweest
is, en gescheiden? Pas dan op! Mensen die voor de Kerk getrouwd zijn en
daarna gescheiden, zijn niet automatisch gescheiden voor de Kerk. Voor de
Kerk geldt dan, dat je nog getrouwd bent, terwijl je voor de wet al weer
vrij bent. Het is dan maar de vraag of je voor de Kerk kunt hertrouwen. De
Kerk kent namelijk geen mogelijkheid tot echtscheiding. Je kunt hoogstens
bij de kerkelijke rechtbank laten onderzoeken of het eerste huwelijk wel
echt was.
Een tweede vraag is: “Bestaat er tussen u beiden bloed- of
aanverwantschap ?”
Het
is misschien bijna overbodig om dat te zeggen, maar toch: wie al familie
van elkaar is, hoeft dat door een huwelijk niet meer te worden.
Logisch? Nou, niet helemaal. Iedereen zal wel begrijpen dat je niet trouwt
met een broer of zus, of met je vader, moeder, zoon of dochter. Dat noemen
we incest. Maar als iemand nou heel verre familie is? Wat dan? Kort gezegd
komt het hier op neer: neef en nicht kunnen gewoonlijk niet trouwen. Alles
wat dichterbij familie is ook niet. Wat verder weg is, kan wel trouwen,
mits de vrijheid van beide partners niet in het geding komt –
familieconstellaties kunnen soms erg ingewikkeld zijn. Bij aangetrouwde
familie gelden dezelfde regels: geen neven en nichten, of wat dichterbij
op dezelfde lijn ligt. Een huwelijk tussen nauwe familie is geen
sacrament, nog los van de vraag of het verstandig is.
Als een bruidspaar verre
familie van elkaar blijkt te zijn: geen paniek. De bisschop kan in sommige
gevallen toestemming geven. De pastoor weet wat de mogelijkheden zijn.
Een derde vraag is: “Bent u
adoptief kind ?”
Kent de bruid of de bruidegom
de natuurlijke ouders? Dan zal er niet veel aan de hand zijn. Maar soms is
bij een adoptiekind heel weinig van het verleden bekend. Is het kind als
baby geadopteerd? Is een donorvader anoniem? Is het kind eerder gedoopt?
Er zijn soms zoveel vragen, waar de bruid of bruidegom zelfs misschien
niet eens antwoord op weet (of wil weten). Het bisdom weet dan precies wat
er dan onderzocht moet worden. Want je mag natuurlijk niet het risico
lopen dat je een huwelijk sluit met elkaar en niet weet of er iets is wat
het huwelijk in de weg staat.
Een
vierde vraag is: “Ziet u zelf enig ander gegeven dat uw huwelijk in de
weg staat?”
Daarbij
moeten we vooral denken aan een huwelijk waarbij één van beiden
katholiek gedoopt is en de ander niet gedoopt is, of wel gedoopt in een
andere kerk. Voor de katholieke Kerk kun je vrij trouwen als je allebei
katholiek gedoopt bent. Is één van beiden katholiek, en de ander wel
gedoopt, maar protestant, dan kun je wel trouwen, maar met speciale
toestemming. Is één van beiden katholiek gedoopt en de ander niet
gedoopt, omdat hij/zij van huis uit bijvoorbeeld atheïstisch of
islamitisch opgevoed is, dan kun je niet trouwen, behalve met speciale
toestemming.
Conclusie
De
eerste vier vragen onderzoeken dus allemaal of er aan de voorwaarden
voldaan wordt om te kunnen trouwen voor de Kerk. Als op één van de
vragen niet het juiste antwoord wordt gegeven (1: ja; 2: nee; 3: ja; 4:
nee), is er nog geen man overboord. Er zijn omstandigheden die je niet
kunt veranderen (als bruid en bruidegom broer en zus zouden zijn,
bijvoorbeeld) en dan is het gewoon einde-verhaal. Maar andere punten zijn
bespreekbaar en kunnen eventueel met behulp van de priester of diaken
worden opgelost.

De
huwelijksintentie
Wat is je intentie, bedoeling met elkaar? De
belangrijkste vraag die je gesteld wordt, is: “Kiest u in vrijheid voor
een huwelijk met elkaar ?”
Het
is niet zo, dat een priester of diaken jullie huwelijk sluit. Alle
sacramenten in de Kerk worden gevierd door iemand die gewijd is. Maar
niet het huwelijk. Het huwelijk wordt gesloten door bruid en bruidegom
zelf. Het huwelijk is iets van de natuur. Je wordt niet verliefd omdat God
dat zo regelt en je wilt ook niet met elkaar trouwen omdat God mensen
trouwt. Ook mensen die niet in God geloven, trouwen met elkaar. Het enige
wat de Kerk bij jullie huwelijk doet is: namens God aanwezig zijn, toezien
dat wat jullie doen goed is en dat bevestigen en zegenen. Daarom zeggen
we: een priester of diaken assisteert bij jullie huwelijk.
Letterlijk: hij zit erbij en kijkt ernaar. Jullie dienen elkaar het
sacrament van het huwelijk toe. Dat is bijzonder, of niet? Daarom is het
wel heel belangrijk dat wat er bij jullie ja-woord gebeurt, van beide
kanten ook helemaal in orde is. Want… of er iets bijzonders gebeurt
hangt alleen van jullie af.
De
Kerk vraagt van jullie als bruid en bruidegom eigenlijk alleen maar dat je
willens en wetens "ja" zegt tegen elkaar. Willens wil
zeggen: je moet het echt helemaal zelf willen. Wetens wil zeggen:
je moet weten wat je doet en daar wil deze voorbereiding je dan ook bij
helpen.
Als
je iets helemaal zelf wil, betekent dat ook, dat je vrij moet zijn in je
beslissing. Vroeger kwam het nog wel eens voor dat de ouders (of anderen)
druk uitoefenden om maar snel te trouwen. Als er een kind in aantocht was,
of als er een huis moest worden gehuurd, of als men onder militaire dienst
wilde uitkomen, dan ‘moest’ je getrouwd zijn. Nu spreken mensen nog
steeds wel eens van een ‘moetje’ als jonge mensen snel trouwen omdat
er al een kind aankomt. Nou, als iets duidelijk is, dan wel: niks moet. Je
moet vrij zijn, dát moet. Het is heel erg belangrijk dat jullie beiden
met elkaar goed bespreken, dat je het allebei echt helemaal wilt. Dat je
allebei vrij bent. Dat je zelfs niet elkaar dwingt, als een van beiden er
misschien nog niet aan toe is. Want bij het sacrament van het huwelijk is
het zo: is één van beiden niet helemaal vrij… dan is er
helemaal geen sacrament. Dan is het, plechtig gezegd, niet geldig…
Hoe kijkt de katholieke Kerk
tegen het huwelijk aan ?
Het is goed om precies te
weten wat je kiest en waar je in vrijheid 'ja' op zegt.
Daarom volgt de definitie waarvan het goed is om die woord voor woord uit te
leggen. Er zit namelijk heel veel in.
"Het
huwelijksverbond, waardoor man en vrouw met elkaar een het algehele
leven omvattende gemeenschap vormen die uit haar natuurlijke aard gericht is op het
welzijn van de echtgenoten en op het voortbrengen en opvoeden van
kinderen, is door Christus onze Heer tussen gedoopten verheven tot de
waardigheid van sacrament. De wezenlijke eigenschappen van het huwelijk
zijn de eenheid en de onontbindbaarheid, die in het christelijk huwelijk
om reden van het sacrament een bijzondere bekrachtiging vinden".
"Het
huwelijksverbond.”
Wij
noemen een huwelijk niet zomaar een contract, zoals je dat bij de notaris
sluit. Een contract kan namelijk altijd wel verbroken worden. Dat zie je
in de samenleving dan ook aan de lopende band gebeuren. Een verbond kan
niet worden verbroken. Althans, niet als het met God te maken heeft. Wij
noemen het huwelijk een verbond, omdat het woord ‘verbond’ altijd doet
denken aan God die een eeuwig verbond met zijn volk sluit. God, die altijd
trouw blijft aan zijn mensen.
Het
eerste verbond van God was dat met het Joodse volk. Wie in de Bijbel
leest, vindt de verhalen daarover in het Oude Testament. God wilde
verbonden zijn met één heel bijzonder volk, dat voortkwam uit Abraham,
Isaak en Jakob, en dat na Jozef verder ging met Mozes en Aaron, met Jozua,
de rechters en de koningen van Israël, waarvan David en Salomo de
bekendsten zijn. Wat deze mensen ook verkeerd deden in hun leven, God
verstootte uiteindelijk zijn volk nooit. Wel kon dit volk uiteindelijk
zichzelf niet redden. Daarom zond God zijn Zoon, Jezus Christus.
Het
tweede verbond van God is dat met alle mensen die geloven in Jezus
Christus, bijzonder de Kerk. Wie in de Bijbel leest, vindt alles daarover
in het Nieuwe Testament. Het nieuwe verbond van God werd gesloten toen
Jezus zijn leven gaf op het kruis en met zijn bloed de mensheid verloste
van hun zonden. Op het kruis werd Jezus’ zijde doorstoken en er kwam
bloed en water uit, zo staat er in het evangelie. Het water is beeld van
het doopsel. Met het doopsel sluit God een verbond met de mens die gedoopt
wordt en zegt: “Jij bent mijn kind, ik blijf jou altijd trouw, zoals ik
mijn volk, de Kerk, trouw ben.” Het bloed van Jezus verwijst naar de
Eucharistie. Niet voor niets zegt de priester als hij de kelk opheft en de
wijn in het Bloed van Christus verandert: “Dit is de beker van het
nieuwe, altijddurende verbond. Dit is mijn Bloed dat voor u en alle mensen
wordt vergoten tot vergeving van de zonden.”
Als
katholieken dus spreken van een verbond, dan denken ze aan God die zo veel
van hen houdt, en altijd trouw is aan zijn mensen. Als we dus spreken over
het ‘huwelijksverbond’, dan denken we aan die trouw van God en dan
geloven wij, dat als mensen een verbond met elkaar sluiten, dat ze dan
samen met God net zo trouw van elkaar zullen blijven houden. Zoals God met
mensen omgaat, zo mogen man en vrouw dat doen in het huwelijk.
“…Waardoor
man en vrouw met elkaar een het algehele leven omvattende gemeenschap vormen…”
Een
huwelijk is altijd iets van man en vrouw samen. Wat doen ze samen? Alles.
Ze vormen een algehele levensgemeenschap. Het is duidelijk wat dat
inhoudt. Wie getrouwd is, woont samen en niet apart. Natuurlijk hebben man
en vrouw ook hun eigen spullen. Ze trekken niet elkaars kleren aan,
bijvoorbeeld. Een eigen bankpas kan heel praktisch zijn, net als eigen
bankrekeningen. Als mensen een eigen zaak met personeel en grote belangen
hebben, is het zelfs niet verkeerd om onder zakelijke voorwaarde te
trouwen, zodat duidelijk blijft welke persoon eigenaar is. Daar gaat het
niet om. De algehele levensgemeenschap is een kwestie van het hart. Je
deelt het leven met elkaar, ondanks de verschillen in karakter, aanleg,
werk en omstandigheden. Natuurlijk zullen man en vrouw niet de hele dag
bij elkaar zijn. Als het er maar niet om gaat om een ‘eigen’ leven te
hebben, maar alles omwille van elkaar is.
Onder
deze algehele levensgemeenschap valt ook het intieme leven. Jazeker, man
en vrouw behoren met elkaar ook die gemeenschap te hebben. Wie om
allerlei redenen denkt dat seksualiteit verwerpelijk is, moet niet
trouwen. Laat duidelijk zijn, dat de Kerk niet tegen seks is.
Sterker nog, als man en vrouw zich niet minstens één keer in hun
huwelijk zo totaal aan elkaar geven, is er voor de Kerk geen huwelijk. Nu
hoeven we bij de meeste mensen tegenwoordig niet bang te zijn dat dát er
niet van komt, extra aansporingen hoeft de Kerk in deze zaken niet te
geven. Vervelender is, als het om fysieke redenen niet zou gaan. Als voor
het huwelijk vaststaat dat er zoiets aan de hand is, kan men beter even
met een arts en de priester/diaken praten wat dit voor het persoonlijk
huwelijksleven kan betekenen.
“…Die
uit haar natuurlijke aard gericht is op het welzijn van de echtgenoten en
op het voortbrengen en opvoeden van kinderen…”
Hier
worden de doelstellingen van het huwelijk uitgelegd. Doel één is: het
welzijn van elkaar, doel twee is: kinderen krijgen en opvoeden. En dus
niet omgekeerd! De Kerk heeft nogal eens het verwijt gekregen dat ze
alleen maar grote gezinnen wilde zien, of de mensen dat nu aankonden of
niet. Los van het gegeven dat mensen vroeger ook kinderen nodig hadden bij
gebrek aan een normale pensioenvoorziening, is daar misschien vroeger te
veel op gehamerd. Wie goed leest, ziet dat de Kerk dat nú in ieder geval
niet leert. Het eerste doel is: elkaar gelukkig maken. Welzijn wil niet
zeggen: welvaart. Dat kun je niemand garanderen. Maar ook als het leven
tegenzit, kun je voor elkaar nog heel veel betekenen. Als man en vrouw oud
worden, en de kwalen zich aandienen, dan zijn ze er nog steeds voor
elkaar. Dan blijkt soms, hoeveel ze voor elkaar overhebben en hoe ze zich
ondanks een breekbaar lichaam helemaal voor elkaars geluk inzetten. Daar
gaat het om, wederzijds geluk.
Daar
komen wel de kinderen bij. Zoals eerder gezegd: er moet in de algehele
levensgemeenschap plaats zijn voor lichamelijke gemeenschap. Maar die is
er niet alleen maar om elkaar plezier te geven. De natuur heeft het zo
geregeld dat de kinderen een vrucht zijn van die specifieke vereniging. De
Kerk gelooft, dat de seksuele gemeenschap binnen het huwelijk de
echtgenoten echt plezier moet geven, maar ook de tweede doelstelling niet
mag worden uitgesloten. Seks alleen om kinderen te krijgen, is niet goed,
want dan vergeet men de eerste doelstelling. Maar seks alleen om te
genieten is ook niet goed, want dan wordt de tweede doelstelling vergeten.
Een en ander horen bij elkaar.
Om
die reden is de Kerk ook zo voorzichtig met het toestaan van
voorbehoedsmiddelen. Het klinkt zo plausibel. Omwille van elkaar, omdat we
het nu niet kunnen hebben etc. etc. willen we nu wel seks maar geen
kinderen. Er zijn honderd redenen. Het ene middel is nog slechter dan het
andere. Waar het om gaat is, dat men uiteindelijk zegt: "wij willen
seks omdat het lekker is en we dat samen fijn vinden". Niks mis mee.
Maar moet het dan zo ver gaan dat kinderen daarbij dan helemaal moeten
worden uitgesloten? Zijn baby’s dan een 'lastige bijwerking' van iets
wat je lekker voor zijn tweetjes wilt houden? Mag je samen zo egoïstisch
zijn? Nee. De Kerk kan zich best voorstellen dat ouders hun gezinsgrootte
een beetje willen plannen. Je moet kinderen ook nog een normale opvoeding
kunnen geven en bij sommige gezinnen moet er dan niet ieder jaar een kind
bijkomen. Maar wat de Kerk niet kan uitstaan is, dat álles berekend
wordt, er niets meer aan de natuur mag worden overgelaten, alles
chemisch-technisch beheersbaar wordt. Want zo is het leven niet. Het leven
is uiteindelijk een gave, en kinderen krijg je, die neem je niet. Man en
vrouw mogen God helpen bij zijn scheppingswerk, van generatie op
generatie. Wie dat helemaal wil uitsluiten door in te grijpen in de natuur
van de mens, kan bij God en de Kerk niet op groen licht rekenen.
Kinderen
krijgen is één; kinderen opvoeden is twee. De Kerk geeft duidelijk aan,
dat kinderen recht hebben op echte ouderlijke zorg. Kinderen moeten
groeikansen hebben, fysiek, maar ook in het geestelijke. Kinderen hebben
allereerst liefde nodig, en aandacht voor wie ze zijn. Materiele
verwaarlozing is erg, maar emotionele verwaarlozing is misschien nog veel
erger. Het is de vraag of onze huidige samenleving wel zo kindvriendelijk
is. We maken wel woonerven en kindvriendelijke straten, we bouwen
kinderdagverblijven en flitsende scholen, maar bieden we ook nog de
mogelijkheid om kinderen in een beschermde gezinsomgeving op te laten
groeien? Of is er een soort sociale druk dat beide partners moeten werken,
voor hun netwerk of hun hypotheek? Is het gezond dat de opvoeding van
kinderen wordt overgelaten aan de oppas, de kinderopvang, of de school? Om
nog maar te zwijgen van de gezinnen waar na verloop van tijd vader of
moeder vertrekt en soms met een nieuwe relatie thuiskomt. Een kind voelt,
zeker als het jong is, haarfijn aan of er echt om hem wordt gegeven. De
vele kinderen die ongelukkig, hyperactief, onhandelbaar of driftig zijn,
laten zien dat er op dat punt in de gezinnen nog wel wat te verbeteren is.
“…Is
door Christus onze Heer tussen gedoopten verheven tot de waardigheid van
sacrament.”
Het
huwelijk is, zoals gezegd, dus iets van bruid en bruidegom. Zij trouwen
omdat het natuurlijk is en op zich heeft dat met God nog niet alles te
maken. Ongelovigen trouwen immers ook, maken elkaar gelukkig, krijgen
kinderen voeden ze op.
Als
iemand gedoopt wordt, gaat God een verbond aan met een mens. De kleine
mens wordt zoon of dochter van de grote God. Dat betekent: God wil zich
voor altijd als een Vader om zijn kind bekommeren en alles wat het kind
doet, is voor de Vader niet zomaar iets neutraals.
Als
twee gedoopten nu een nieuw verbond willen aangaan met elkaar, dan blijven
zijn beide kind van God, maar er ontstaat ook iets nieuws. Een nieuw
verbond van twee die één gaan worden, een algehele levensgemeenschap
gaan vormen. Zou God daarbij afzijdig mogen blijven?
Even voor de duidelijkheid: Wat
is een sacrament precies?
Het
huwelijk is een sacrament. Wat is een sacrament precies? Als je in de Katechismus
van de Katholieke Kerk kijkt, dan staat daar:
“De
sacramenten zijn werkzame tekenen van de genade, ingesteld door Christus
en toevertrouwd aan de Kerk, waardoor ons het goddelijk leven verleend
wordt.” (nr.1131)
Dat
lijkt een hele mond vol moeilijke woorden, maar het is wel waar het om
gaat.
Een
sacrament is een werkzaam teken van genade. Dat wil zeggen:
-
Werkzaam:
er gebeurt echt iets, het is niet zomaar een ritueel wat fijn
aanvoelt.
-
Een
teken: altijd wordt er iets van het menselijk leven gebruikt om het
goddelijke aan te duiden: water, olie, brood, wijn… en bij het
huwelijk zijn jullie zelf het teken voor elkaar.
-
Genade:
het heeft altijd te maken met de verlossing die Christus heeft
gebracht door te sterven en te verrijzen, en de mens mag daarvan
profiteren.
-
Ingesteld
door Christus: alle zeven sacramenten zijn op de een of andere manier
door Jezus zelf in het leven geroepen of hebben hun wortels in zijn
evangelische boodschap.
-
Toevertrouwd
aan de Kerk: de Kerk heeft van Jezus de opdracht gekregen om zijn werk
op aarde voort te zetten. Daarom ontvingen de apostelen met Pinksteren
ook de heilige Geest. Zo konden zij, en hun opvolgers, met Gods kracht
doen wat Jezus zelf voor de mensen heeft gedaan.
-
Waardoor
ons het goddelijk leven wordt verleend: alle sacramenten hebben hun
uitwerking hier op aarde, maar nog meer voor de eeuwigheid. Wie
gedoopt is, gaat mee in het eeuwige verbond van God. God laat de mens
nooit vallen, ook niet in de dood. Wij mogen altijd bij Hem blijven,
zoals we dat noemen: leven in de hemel.
Als
mensen met elkaar trouwen, dan is dat iets van de natuur. Maar als twee
gedoopten met elkaar trouwen, dan is dat ook iets van God. Jezus heeft
geleerd dat man en vrouw volkomen één zullen zijn. Daarom zijn ze voor
elkaar een teken. God geeft de genade van Jezus Christus aan man en vrouw,
omdat zij zijn kinderen zijn. Op die manier wordt het menselijk huwelijk méér
dan menselijk. Het wordt door Christus verheven tot een veel hoger niveau.
Het krijgt een bijzondere waardigheid. Man en vrouw zijn voor elkaar niet
alleen wie ze zijn. Ze zijn voor elkaar ook een stukje van Jezus Christus.
Ze zijn voor elkaar een heilig teken van genade. In hun huwelijk helpen ze
elkaar ook om heilig te worden en de verlossing van Jezus Christus waar te
maken.

(vervolg uitleg
huwelijksdefinitie:)
“De
wezenlijke eigenschappen van het huwelijk zijn de eenheid...”
Het
huwelijk heeft twee eigenschappen, eenheid en onontbindbaarheid. Wie heeft
begrepen wat het huwelijk als sacrament is, snapt wel dat daar niemand
anders meer tussen mag komen. Als je voor elkaar een heilig teken van Gods
aanwezigheid bent, dan moet je er niet een onheilig teken bij nemen,
alleen maar omdat die andere man/vrouw zo knap, aantrekkelijk,
intelligent, enzovoorts is. De eenheid van het huwelijk wil zeggen: de
monogamie.
Toch
verstaan mensen onder monogamie wat anders als de Kerk met het huwelijk.
Monogame mensen gaan maar met één vaste persoon naar bed, plegen geen
overspel en doen niet aan betaalde avontuurtjes. Maar christelijk gehuwden
denken ook maar aan één persoon, namelijk degene met wie ze
getrouwd zijn. Jezus zegt in het evangelie:
“Alwie
naar een vrouw kijkt om haar te begeren, heeft in zijn hart al echtbreuk
met haar gepleegd.” (Mt.5,28)
Dat
heeft Jezus natuurlijk goed gezien, en dat geldt niet alleen voor mannen die
naar vrouwen kijken, maar ook andersom. Wie getrouwd is, kijkt alleen maar
met een seksuele bedoeling naar zijn/haar echtgenoot/echtgenote. Andere
mensen zijn natuurlijk ook aantrekkelijk, en hoe ouder mensen worden, hoe
meer ze merken dat ze zelf verleppen en jonge mensen nog vol schoonheid
zijn. Het zou niet eerlijk zijn als we dat niet zouden zien, we merken het
spontaan op. Iets anders is, of we daar wat mee doen. Nog heel wat anders
is, of we dat gaan opzoeken. Wie allerlei spannende fantasieën opwekt
over andere mannen of vrouwen, of wie zich verlekkert met pornografische
plaatjes, neemt op dat moment even afstand van zijn/haar huwelijk. Het is
ontrouw aan de belofte die je aan de ander hebt gedaan, maar ook een
vernedering voor degene die in je fantasie alleen voor lustobject mag
spelen, maar die verder niet bemind wordt omwille van wie hij/zij is.
“…en
de onontbindbaarheid,”
Stel
je voor dat God ons zou liefhebben als een knipperlicht: aan-uit-aan-uit.
Dan was God maar een onbetrouwbaar opperwezen. Albert Einstein heeft eens
gezegd: “God dobbelt niet.” Dat wil zeggen: in de natuur mag alles
relatief zijn, bij God is vastigheid. Zo is het verbond van God met de
mensen. God blijft trouw, wat de mensen ook doen, hoe ver ze zich ook van
God afkeren. God is niet zo wisselvallig als het weer.
Als
twee mensen met elkaar een verbond aangaan dat lijkt op het verbond van
God met zijn volk (en van Christus met zijn Kerk) dan is dat ook geen
knipperlicht. Eens verbonden blijft verbonden, beloofd is beloofd. “Wat
God verbonden heeft, zal een mens niet scheiden”, zegt de priester of
diaken na jullie ja-woord in de kerk. Eigenlijk is het nog sterker: dat kan
een mens niet meer scheiden, want ook God kan het niet meer
scheiden. De lijm van een sacrament is zo sterk, dat God ontrouw aan
zichzelf zou moeten zijn om naderhand daarvan te zeggen: “het was toen
aan, maar nu is het weer uit”. Sacramenten zijn geldig tot in eeuwigheid
en daar kan niemand meer iets aan veranderen.
Mensen
zijn helaas wisselvalliger dan God. Wat mensen vandaag beloven, kunnen ze
de volgende dag weer terugtrekken. Het enorme aantal echtscheidingen
bewijst dat. Natuurlijk kan er altijd een probleem in de relatie komen,
ook als mensen voor de Kerk getrouwd zijn. Maar breken, daar geloven we
niet in. Wie willens en wetens een kerkelijk huwelijk aangaat, zit daar
aan vast. Kerkelijke scheiding kennen we niet, en daarom ook geen tweede
kerkelijk huwelijk. Wie de eerste keer goed getrouwd is, blijft getrouwd
en kan niet met een tweede trouwen als voor God het eerste huwelijk nog
bestaat.
“…die
in het christelijk huwelijk om reden van het sacrament een bijzondere
bekrachtiging vinden”.
Dat
hoeven we waarschijnlijk niet meer uit te leggen. Een sacrament is heilig
en vast. Wie trouwt, geeft aan elkaar het sacrament van het huwelijk en
daar komt niemand anders meer tussen. Het is exclusief en onverbrekelijk.
Wat je nu gelezen hebt, is
een soort algemene uitleg. Als je alles wat er staat helemaal begrepen
hebt en het met elkaar hebt besproken, dan heb je een goede basis om te
kunnen zeggen: ik weet wat ik doe.

Als
je over het huwelijkssacrament nóg meer wil weten, dan kun je in het menu
‘achtergrond’
nog meer smullen, vooral in de stevige teksten van de Katechismus van
de Katholieke Kerk, die ook helemaal
op het internet staat en waar je
alle moeilijke woorden via een handige zoekmachine gemakkelijk kunt
vinden.
Succes met de verdere voorbereiding.
|