Het
geloof beleven in gezin en gemeenschap Familiaris
Consortio Als
we aan de kerk vragen wat ze bedoelt met 'gezinsspiritualiteit', dan krijg
je op papier geen gemakkelijk verhaal. In 1981 heeft paus Johannes Paulus
II daarover een tekst geschreven, als uitwerking van een
bisschoppensynode. Familiaris Consortio is de titel, die je zou
mogen vertalen met "de levensgemeenschap van het gezin". Ook na
dit document is er veel geschreven over het gezin. Omdat de kerk
wereldwijd rekening moet houden met veel verschillende (gezins)culturen,
zijn de lijnen die zij uitzet tamelijk algemeen. Daarnaast weten we uit
onze eigen streek dat de leer van de kerk inzake liefde, huwelijk en
gezinsleven nogal onder druk staat. Daarom is de kerk genoodzaakt om
precies te zijn. Wat ze zegt mag natuurlijk niet voor verschillende uitleg
vatbaar zijn. Het
zou echter niet goed om zijn de visie van de kerk te negeren, omdat ze
moeilijk is. Daarom geven we een paar hoofdlijnen. Kerkelijke
documenten van de laatste decennia hebben vaak een vergelijkbare indeling.
Zo is het ook bij Familiaris Consortio. De paus begint na de
inleiding met een schets van de situatie van onze tijd. Er zijn veel
positieve ontwikkelingen, maar er zijn ook zorgen. Hij noemt het: "Licht
en schaduw van het gezin in deze tijd". De realiteit moet onder ogen
worden gezien. Daar stelt hij Gods plan met huwelijk en gezin tegenover in
deel twee. Er wordt beschreven wat de zin is van liefde (het geheim van
God die liefde is), wat de betekenis is van de mens als persoon, de waarde
van het sacrament, de betekenis van de seksualiteit, en de plaats van de
kinderen als vrucht en gave van het huwelijk. Een derde deel gaat in op de
taken van het gezin. Je mag een echte levensgemeenschap vormen, een dienst
stellen aan het leven, (de voortbrenging en opvoeding van kinderen), en
deelnemen aan de maatschappij en de zending van de kerk. Een vierde en
laatste deel behandelt een aantal praktische punten met betrekking tot de
voorbereiding en de viering van het huwelijkssacrament Centraal
staat de gedachte dat wij onze liefde mogen spiegelen aan de Liefde van
Christus. Hij geeft man en vrouw innerlijke kracht en genade in het
sacrament van het huwelijk. Vanuit die genade willen we trouw zijn aan de
onvoorwaardelijkheid die dat met zich meebrengt. Het is een roeping om het
te beleven, en een zending om het te delen. Het moet handen en voeten
krijgen in de concrete praktijk van alledag. Confrontatie
met de realiteit Hoe
beleef je het geloof als gezin? In de praktijk van ons leven ontmoeten we
gezinnen, die anders denken en anders leven. Die confrontatie roept vragen
op. Als je met andere jonge ouders spreekt (bijvoorbeeld je buren of
collega's) over het krijgen -of soms nemen- van kinderen; kun je daarbij
dan iets vinden van de hooggegrepen idealen van de kerk? Durf je te
spreken over trouw aan elkaar als iedereen echtscheiding heel gewoon
vindt? Als je andere jonge ouders treft aan de poort van het schoolplein,
praat je dan over hetzelfde als je het hebt over opvoeding van kinderen?
Als je in je parochiekerk komt, beleef je dan hetzelfde als andere
kerkgangers, gesteld dat ze van je leeftijd zijn? Als je je kinderen wilt
laten voorbereiden op de Eerste Communie of het Vormsel, kun je dan aan
jouw kinderen waarmaken wat de kerk zo mooi zegt? Hoe geven we de
schittering van de waarheid inzake gezinsplanning en geboortenregeling, de
vrijheid van de geloofsopvoeding, en de voeding van het sacramenteel leven
een plaats in onze leefwereld? Gaan we niet teveel boven de werkelijkheid
zweven als we aan de slag gaan met de ingredienten van de kerkelijke leer?
Worden we in het gezin gelukkig van het beleven van het geloof, of roept
het vooral spanningen op? Terugtrekken
uit het spanningsveld? Sommigen
lossen de spanning op door zich zoveel mogelijk terug te trekken uit de
boze en sombere wereld. Dat kan op vele manieren, en het is ook niet
nieuw: in de eerste eeuwen had je meer van zulke stromingen. Is dat een
goede oplossing? We moeten onder ogen zien dat er veel zondige mechanismen
in onze wereld zijn. De kerk zegt echter van zichzelf, dat ze geen sekte
is. Ze is zelf een gemeenschap van heiligen en zondaars. Als er zonde is,
woont ze niet alleen buiten ons! De kerk bouwt dan ook geen muren om een
zuiver bastion, maar laat heel uitnodigend de deur open staan. In alle
documenten en katechismussen staat dik onderstreept, dat de kerk een 'missionaire
gemeenschap' is, temidden van een wereld die vijandig lijkt te zijn, maar
in feite hunkert naar Christus. We blijven de wereld met al haar eventuele
verleidingen recht in het gezicht kijken. Daarbij
kijken we naar een beeld uit het leven van Jezus.
De gestalte van het kruis is ons voorbeeld. Jezus is niet gestorven
in het verborgene, maar openbaar tussen de zondaars, naakt en met
uitgestrekte armen. Bij zijn verlossende offer werd zijn hart geopend voor
de mensen van alle rassen en talen. God zocht voor zijn heilswerk niet de
verborgenheid, maar de top van een heuveltje buiten de stad, een open
terrein, midden op de dag. Met open vizier keek Jezus de oude tegenstander
recht in het gezicht. Hij vluchtte niet. Hij verborg zich niet, zoals Adam
eens in de tuin. Hij schaamde zich niet voor zijn vernedering. Zo is het
kruis behalve teken van verlossing ook een missionair teken voor alle
volkeren. Het is een teken van openbaarheid, van getuigenis die de
schaamte overwint. Als Christus al niet bang was om zich te openen naar
alle mensen, waarom zouden wij het dan zijn als Hij in ons leeft? Doordachte
openheid Wat
is dan een mogelijke weg voor gezinnen in onze wereld? Misschien mogen we
haar omschrijven als de weg van 'doordachte openheid'. A)
'Doordacht' wil zeggen: scherp observerend, reflecterend, analyserend. Wie
doordenkt heeft de durf om goed en kwaad in de wereld aan te wijzen. Hij
denkt kritisch na bij alles wat hij doet, en probeert daarbij in evenwicht
te blijven. Zoals we al zeiden bij de behandeling van Familiaris
Consortio: alle documenten over concrete zaken in onze wereld beginnen
met een kritische analyse van de huidige situatie. Daarom is het nodig om
jezelf katechetisch en praktisch te laten vormen. Met een gedegen
ondergrond kun je veel beter doordacht handelen. B)
'Openheid' is het tegenovergestelde van de vlucht. Het heeft te maken met
de missionaire instelling van christelijke gezinnen. Wie goed gevormd is,
en doordacht kan handelen, kan het vizier open houden, want angst en
schaamte bepalen niet wat je doet. Waarvoor zouden we bang zijn als Hij in
ons woont en ons zendt als "zout der aarde en licht der wereld"?
(Mt.5, 13-14) Vijf
prioriteiten Heel
concreet kunnen we een kritische, open houding toepassen in een vijftal
punten. Deze punten staan in volgorde van belang; ze zijn dus tevens een
prioriteitenlijst. Openheid
naar God In
de eerste plaats staat de mens open naar God. Het is onze eerste roeping,
maar misschien is het wel het moeilijkste op onze levensweg. Het is een
avontuur van heiliging. Geven we Hem de ruimte in ons leven, of zijn er
plaatsen in ons hart waar Hij niet mag komen? Hebben wij sommige deuren
gesloten, door negatieve ervaringen, door zonden, door een streng beeld
van God, of angst? Hoe ontspannen gaan wij met God om? Kunnen we met Hem
lachen of zijn we eerder bang voor Hem? Is geloven een vreugde, of een
krampachtige relatie. Er mag aan de buitenkant iets van te zien zijn. Een
open relatie met God, waarin wij alles met God kunnen bespreken, en alles
uit zijn hand aannemen, is een grondvoorwaarde om ook op andere gebieden
open te bloeien. Het vereist bewustwording, nadenken, lezen en katechese:
"Wie is Hij toch?". Het betekent ook dat je een biddende relatie
met Hem hebt,
die je deelt met medegelovigen: "Waar is Hij te vinden?".
Openheid
naar elkaar In
de tweede plaats zijn gehuwden open naar elkaar. Gehuwden zijn elkaars
beste vrienden, en beloven dat te blijven tot de dood. Bij een echte
vriend kan je je hart uitstorten in het volste vertrouwen. Je geheimen
zijn er veilig. Een goede vriendschap bestaat uit diepe liefde, want
zonder echte liefde is er geen band tussen mensen. Een vriend is bovendien
trouw in goede en slechte tijden, en pas daarin wordt vriendschap ook echt
beproefd. Voor gehuwden gaat vriendschap op één punt verder dan het
gewone: ze is exclusief en onontbindbaar in totale gave aan elkaar, ook in
seksueel opzicht, omdat ze sacramenteel wordt bekrachtigd. Zo=n
vriendschap moet worden doorleefd in concrete ervaringen. Maar ze moet ook
worden doordacht en doorgesproken om te blijven groeien. Openheid
naar je familie Een
derde prioriteit is openheid naar de familie. Man en vrouw verlaten hun
familie om zich te binden aan elkaar. Het vraagt steeds een bewuste
zorgvuldigheid om banden goed te houden, met de eigen familie en de
schoonfamilie, en vooral met de wederzijdse ouders. Openheid
naar arbeid In
de vierde plaats is er een openheid naar scholing en arbeid. Wij moeten
natuurlijk goed nadenken welk werk we kiezen, en welke opleiding om je
voor te bereiden op de arbeidsmarkt. We mogen in ons werk open zijn naar
alles wat de wereld opbouwt, behalve als ze de eerste drie prioriteiten
hinderen. Werk dat je van God, van elkaar of van je familie vervreemdt is
waarschijnlijk niet goed. Daarover moet men nadenken als men naar werk
kijkt. Het roept ook vragen op. Heeft mijn arbeid een aandeel in zondige
structuren, maatschappelijk of individueel? Hoe staat het met de werkdruk
in relatie tot gezin en gezondheid? Deel je de carrière en ontwikkeling
met elkaar, of blijft de ander achter? Werkomstandigheden vragen een
blijvende kritische reflectie. Openheid
naar de gemeenschap Een
vijfde openheid geldt de samenleving. Dat vraagt tegenwoordig misschien
wel de grootste zorgvuldigheid. Er komt veel op mensen af. Daarbij denken
we aan de media, maar ook aan de voortgaande processen van
individualisering, commercialisering en liberalisering. Waar leggen we
grenzen? Hoe gaan we om met de gegeven vrijheid? Een criterium zou mogen
zijn: in hoeverre komt de openheid naar God, elkaar, de familie en het
werk erdoor in het gedrang of niet. Wees volkomen open naar de
samenleving, behalve als de prioriteiten er onder lijden. Dan moeten we
helaas soms bepaalde tendensen buitenhouden, om de levensgemeenschap te
beschermen. Opvoeding De
'doordachte openheid' gaat nog één stap verder, naar de opvoeding. De
vijf prioriteiten gelden in de eerste plaats voor elkaar. Maar als God je
de gave van het ouderschap schenkt, komt er een derde (of meer) in je
leven. In
de openheid naar elkaar komt er een dimensie bij. Kinderen staan namelijk
in het hart van de eigen relatie. Ze zijn geboren uit liefde, en ze
blijven delen in je liefde. God
blijft echter de eerste. Hij moet worden bemind boven alles. Dat geeft
soms grote spanningen. Als gezinsleden God laten vallen, mag niemand
partner of kind verstoten. Desondanks mag je ook je relatie met God niet
op het spel zetten. Maar welke ouder kan dan keuzes maken zonder pijn in
het hart? Het vraagt veel evenwicht om God centraal te blijven stellen,
ook als Hij tussen jou en gezinsleden komt te staan. De
zorg voor kinderen kan ook heel concreet betekenen dat je bepaald werk
kiest of nalaat omwille van hen. Het kan ook met zich meebrengen dat je
omwille van elkaar bepaalde maatschappelijke tendenzen zult omarmen of
buitensluiten. In die geest verloopt de opvoeding. Volgens
de natuur leert een kind eerst de openheid naar zijn ouders en familie.
Pas gaandeweg zal een kind God leren kennen. Zolang het nog niet tot de
jaren van geloof en verstand komt, kan het God niet zelf op de eerste
plaats stellen. Daarom leven ouders het geloof voor, in gebed en praktijk.
Ze laten het kind waarschijnlijk dopen, als begin van een gelovige
levensweg, gevoed door de genade van het kindschap. De
geloofsontwikkeling is voor het heil van het kind natuurlijk een eerste
prioriteit. Maar ze gaat samen met de affectieve ontwikkeling in relaties,
en het leerproces op school. Dat alles wordt -als het goed is- geïntegreerd
in een doordachte visie en omgang met de samenleving. In
een goede opvoeding worden al deze elementen, gewogen en doordacht, en
samengebracht. Er zijn nooit algemeen-geldende pasklare oplossingen,
alleen enkele criteria. Concrete keuzes moet je als gevormde gelovige zelf
maken. In
feite is alles een variant op het bekende gezegde: "onderzoekt alles
en behoudt het goede" (vgl. 1 Tess.5,21).
Open naar alles en iedereen, maar doordacht in onderscheiding.
Verschenen in tijdschrift Emmaüs, nr.2,1999
|
|